Werk In Ontwikkeling (WIO)
Hij zag dat het goed was (de schepping van de man) (WIO)
Kunst op Bezoek
Vanaf vandaag maandag 2 november is de podcast Jezus in een verpleeghuisbed te beluisteren. Ga naar:
https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-verwondering/61460/jezus-in-een-verpleeghuisbed
'Afgedankte Jezusbeelden worden uit de vuilnisbak gered en liefdevol te rusten gelegd. En nu brengt beeldend kunstenaar Wout Herfkens deze geredde Jezus naar het verpleeghuis. Hoe reageren de bewoners en geestelijk verzorgers op dit weinig klassieke idee? In de serie over toevlucht is dit: Jezus in een verpleeghuisbed.'
Op 26 september werd het televisie programma De verwondering uitgezonden waarin ik n.a.v. de serie Jésus à l´Hôpital geinterviewd werd door Annemiek Schrijver. Dit programma is terug te zien op
https://www.npostart.nl/de-verwondering/26-09-2021/KN_1726841
Na de opnames vertelde ik Annemiek over het project Kunst op bezoek, waarbij ik op uitnodiging van Carien Poissonnier aan deel neem. Een aantal beelden uit de Jésus à l´Hôpital serie gaan 'uit logeren' bij 3 geestelijk verzorgers. Over dit project heb ik al eerder op deze blog al uitgebreider geschreven. Annemiek was enthousiast over dit project en wijdde er een podcast aan. Vanaf nu dus te beluisteren.
Van de vele afgedankte kruisbeelden die ik voor de serie Jésus à l'Hôpital koop of krijg
blijft nadat ik Jezus van het kruis heb gehaald het kruis over.
Van deze kruizen wil ik al heel lang een beeld maken.
Vanmiddag ben ik daar eindelijk aan begonnen. Hieronder het eerste
resultaat :
STICHTING KUNST OP DE KOFFIE
Tentoonstellingsconcept zonder vaste locatie
www.kunstopdekoffie.nl info@kunstopdekoffie.nl
PERSBERICHT Kunst op de Koffie Kunst op de Koffie gaat nu zelf op bezoek.
‘Ik heb een wellicht ongebruikelijke vraag aan u’, zo begon de brief die Wout Herfkens, beeldend kunstenaar uit Oosterbeek, afgelopen april stuurde aan dertien geestelijk verzorgers aangesloten bij de D3rde Verdieping. Samen met Mirka Farabegoli, Anook Cléonne, Simone Albers en Barbara Polderman neemt hij komende maand deel aan het project Kunst op Bezoek.
Een tussentijds project van Kunst op de Koffie waarvoor deze vijf kunstenaars zelf een bijzondere locatie uitzochten om hun werk tentoon te stellen en daarmee een dialoog aan te gaan met nieuwe kijkers. Het organiseren van tentoonstellingen in huiskamers van het Arnhemse Spijkerkwartier voor publiek was lange tijd geen optie. Het project Kunst op Bezoek is ontstaan tijdens de lockdown en brengt kunst naar omgevingen waar kunst normaliter geen rol heeft. We onderzoeken hiermee hoe kunst functioneert in het dagelijks leven van mensen, los van haar esthetiek. Welke dialogen ontstaan er met deze nieuwe kijkers en welke input biedt dat de kunstenaars?
De komende maand hangt het werk van Simone Albers in huiskamers van jonge statushouders, Mirka Farabegoli maakt een nieuw werk voor de busremise aan de Westervoorstedijk, Barbara Polderman koos een studentenhuis met vijf vrouwen en Anook Cléonne gaat middels haar werk in gesprek met lotgenoten in de Herbergier. Drie beelden van Wout Herfkens uit zijn serie Jésus à l’Hôpital zijn inmiddels in bruikleen gegeven aan drie geestelijk verzorgers van Isula Dei, Regina Pacis en Joost Röselaers, predikant en geestelijk verzorger van de remonstrantse kerk in Oosterbeek. De beelden worden ingezet tijdens gesprekken met clienten. Het Kunst op Bezoek is te volgen via social media en op de website van Kunst op de Koffie. De ervaringen worden middels podcasts vastgelegd en in januari 2022 zijn de resultaten te zien bij Dit is Kunst in het Spijkerkwartier.
Contactpersoon Kunst op de Koffie, Carien Poissonnier 06 26354450
Datum: 26 sep 2021 om 08:25
In het KRO-NCRV-programma De Verwondering ontvangt Annemiek Schrijver gasten uit verschillende religieuze tradities met uiteenlopende maatschappelijke achtergronden. Zij neemt haar gasten mee de stilte van de zondag in om met hen, weg van de waan van de dag, toevlucht te zoeken bij inspirerende woorden en met hen te praten over hun inspiratie en alledaagse spiritualiteit.
Wout Herfkens noemt zichzelf wel eens gekscherend een ‘houtje-touwtje’ kunstenaar: het liefst maakt deze beeldend kunstenaar van bestaand materiaal iets nieuws.
Zijn project ‘Jésus à l’Hôpital’ is daarvan een sprekend voorbeeld. In een tijd dat mensen crucifixen van hun muur halen omdat de lijdende Christus hun niets meer zegt, legt Wout Herfkens hem in een bedje en verzorgt zijn wonden. Zo krijgt een oud beeld nieuwe betekenis: de focus op het lijden ván Christus wordt verlegd naar mededogen mét de lijdende Christus. Het beeld doet een direct appèl op de toeschouwer.
Herfkens houdt ervan om in zijn kunst mensen aan het denken te zetten maar ook om ze te laten zien dat het leven humor nodig heeft. Het zal niemand verbazen dat hij in Gerard Reve een bondgenoot vindt. Daarom neemt hij als inspiratietekst Reve’s gedicht Graf Te Blauwhuis mee.
De Verwondering, zondag 26 september om 08.25 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.
Maandag 22 maart stond er in dagblad TROUW een mooi artikel van Mariska van Schijndel over de beeldenserie Jésus à l'Hôpital. Hieronder vind u de link naar het artikel, een screenshot van de papieren krantversie, en daar weer onder de digitale versie (met andere foto's dan in de papieren Trouw).
Mocht je naar aanleiding van dit artikel interesse in of vragen over deze beelden hebben, mail of bel me gerust.
https://www.trouw.nl/religie-filosofie/deze-kunstenaar-haalt-jezus-van-het-kruis-en-verzorgt-hem-in-bed~b174bae7/
Kunst
Deze kunstenaar haalt Jezus van het kruis en verzorgt hem in bed
Als beeldend
kunstenaar geeft Wout Herfkens nieuwe betekenis aan Christus door hem van het
kruis los te maken en in bed te leggen en te verzorgen. Haast niemand
kijkt meer naar heiligen om.
Mariska van Schijndel21 maart 2021, 19:49
Het is een beeld van Jezus Christus dat we niet kennen: in plaats van aan het
kruis genageld, ligt hij in een bed met pleisters op zijn handen en voeten.
Beeldend kunstenaar Wout Herfkens (58) haalt Christus van het kruis, legt hem
in bed en verzorgt zijn wonden.
Dat doet hij in
zijn atelier in Oosterbeek, waar tal van deze beelden in allerlei soorten en
maten op werkbanken staan. Enkele losse Jezusfiguren, waarvan het kruis is
weggegooid, staan nog op een bed te wachten. Voor zijn serie Jésus à
l’Hôpital verzamelt Herfkens sinds 2014 kruisbeelden. Soms vindt hij
ze op Marktplaats, soms via vrienden. Zo viste een bevriende kunstenaar een
mooi kruisbeeld voor hem uit een afvalhoop in de Ardennen.
Herfkens wil
Christus verzorgen, nu steeds meer mensen niet meer naar de heilige omkijken en
hem, naar zijn idee, als afval behandelen. ‘‘Eeuwenlang heeft Jezus voor ons
heil aan het kruis gehangen. Vroeger had iedere katholiek in elke ruimte een
kruisbeeld boven de deur hangen. Nu wordt hij bij het grofvuil gezet, of ligt
hij te verstoffen op een zolder. Stank voor dank’’, zegt Herfkens. ‘‘We kunnen
Jezus in ieder geval van het kruis afhalen en hem verzorgen in plaats van in de
vuilnisbak gooien.’’ Om het afgedankte te benadrukken, maakt Herfkens alle
beelden zo veel mogelijk van afvalmateriaal. Restjes hout uit zijn atelier
vormen het matras en oude doekjes en shirts dienen als deken. Alleen de
pleisters zijn nieuw, die koopt hij bij Kruidvat.
De drang om
Christus te verzorgen in plaats van hem te laten lijden, speelt al langer bij
Herfkens. ‘‘Voordat ik met de serie begon, dacht ik altijd: verzorg die man nou
eens. Stel je eens voor: je loopt op straat en er hangt iemand levend aan een
kruis. Het eerste wat je doet, is hem eraf halen en verzorgen, toch?’’
Nauwelijks
negatieve reacties
Dat hij zich
vrij voelt om een heilig beeld te veranderen en een nieuwe betekenis te geven,
dankt Herfkens mede aan zijn opvoeding. In Prinsenbeek groeide hij op in een
niet-religieus gezin met een antireligieuze vader, die zich afzette tegen het
streng protestantse milieu waar hij in opgroeide. ‘‘Hierdoor kan ik vrij omgaan
met religieuze beelden en betekenissen in mijn werk. Ik denk niet gauw: dit is
te heilig om aan te komen’’, zegt Herfkens. Zo lijken de meesten erover te
denken: Herfkens heeft nauwelijks negatieve reacties gehad op zijn werk.
Ook al is hij
zonder religie opgevoed, Herfkens gelooft al van kinds af aan dat er meer is
dan ‘‘eten, drinken, voortplanten en voetballen’’. Op zijn zestiende kocht hij
een boekje van de Indiase goeroe Bhagwan Shree Rajneesh en op zijn
vierentwintigste, toen hij aan de kunstacademie in Arnhem ging studeren, voegde
hij zich bij een zenmeditatiegroep.
‘‘Al gauw kwam
ik tot de conclusie dat alle religies in essentie om hetzelfde gaan, maar
andere ingangen hebben. Ik geloof dat de waarheid te ervaren is, en zowel Jezus
als Boeddha hebben die geleefd. Beiden zijn verlichte geesten die met elkaar
verbonden zijn.’’
Ook
boeddhistische gedachtegoed
Deze
overtuiging komt terug in zijn kunst. Hoewel Jésus à l’Hôpital expliciet
christelijk van aard lijkt te zijn, mengt Herfkens in al zijn werken
verschillende religies met elkaar. Zelf ziet hij dan ook niet alleen het
christelijke, maar ook het boeddhistische gedachtegoed in de serie.
Herfkens: ‘‘In
het boeddhisme wordt gezegd: alles in het leven is lijden, maar dat idee
spreekt niet uit het beeld van de Boeddha. Hij zit rustig op een kussentje, is
verlicht en lijdt niet meer. Het beeld van Jezus aan het kruis staat juist wel
in het teken van lijden. Op deze manier vertelt het kruisbeeld mij: kijk niet
weg van het lijden.’’
Herfkens ziet
Jésus à l’Hôpital dan als een vervolgstap: wanneer je het lijden van jezelf en
dat van een ander hebt gezien, is het tijd om te verzorgen. ‘‘In die zin is de
serie een fase tussen de kruisiging en de opstanding, als je de opstanding als
heling beschouwt’’, zegt hij. ‘‘Maar mijn interpretatie is niet de enige die
telt.’’
Eén beeld bij
predikant in de kast
Inmiddels is ongeveer
een kwart verkocht van de 85 beelden die de kunstenaar tot nu toe maakte. De
kopers zijn divers: van ongelovigen, die het een lieflijk beeld vinden tot aan
dominees die de nadruk leggen op het zorgen voor Christus.
Eén beeld heeft
in ieder geval een plekje gekregen in de theologische boekenkast van één van de
predikanten. ‘‘Dat is geweldig’’, zegt Herfkens. ‘‘Kunst is vaak een eiland,
maar in die boekenkast functioneert het in de context van theologie.’’
Helaas staan de ontwikkelingen van onze spiritueel
kennis in geen verhouding tot de ontwikkelingen van onze kennis van de materiële
wereld. Over het mysterie dat het
(mensen)leven
is, is op chemisch niveau veel meer bekend geworden, maar op geestelijk vlak weten
we nog weinig. Over de herkomst en locatie van het bewustzijn hebben tastten we
nog volledig in het duister. Ons leven zou behoorlijk versimpelen wanneer we
bij onze geboorte een handleiding mee zouden krijgen met daarin afspraken,
opdrachten en de te behalen doelen. Helaas worden we met lege handen geboren.
We moeten het er mee doen.
Natuurlijk
hebben de diverse religies door de eeuwen heen met verschillende concepten het
mysterie proberen te verklaren, maar dit heeft niet geleid tot algemeen
aanvaard antwoord vergelijkbaar met oplossingen in de materiële zoals bv. het
bewaren van vlees bij zomerse temperaturen door de uitvinding van de koelkast.
De band
tussen beeldende kunst en humor ligt wat gecompliceerder. Er hangt een nogal het
serieuze aureool van beeldende kunst. Lang is gedacht dat ernst en humor niet
te combineren is. Iets is ernstig en dan dus niet grappig, of iets is grappig en
dan dus niet ernstig. In de 20ste en 21ste eeuw is dit
idee geleidelijk losgelaten, en is er steeds meer ruimte voor humor in de kunst.
Maar bij visuele humor denk je in eerste instantie nog steeds niet aan
beeldende kunst, maar aan spotprenten en cartoons. Daar waar in een cartoon de
humor een combinatie is van beeld én tekst, zit de humor in het kunstwerk puur in
de vorm verpakt, zonder tekst. Al kan de titel zeker een belangrijke talige
bijdrage leveren.
Een laatste blik op mijn atelier, voordat ik 2020 verliet. Laten we moedig voorwaarts gaan in het nieuwe jaar.
Zelfportret met de anderen - 2020
ijzerdraad,
170 x 170 x 250cm
Zelfportret met de anderen zou vanaf februari 2021 in de groepstentoonstelling In Cirkels in Museum Jan Cunen in Oss samen met zo'n 50 andere kunstwerken te zien zijn geweest. Helaas heeft Jan Cunen de tentoonstelling geannuleerd. Nadat deze expositie, die oorspronkelijk geprogrammeerd stond voor juni 2020, al was verschoven naar feb 2021, werd in oktober door de directie en bestuur van Museum Jan Cunen besloten de expositie helemaal te cancelen. Verder vooruitschuiven was volgens het museum geen optie, want vanaf september 2021 gaat het museum een andere koers varen.
Daar waar Jan Cunen zich al jarenlang profileerde als een klein, prettig museum met boeiende en eigengereide tentoonstellingen van met name hedendaagse Nederlandse kunst, gaat het roer nu om. De nadruk komt te liggen op tentoonstellingen over de geschiedenis van Oss. En blijkbaar is er dan geen ruimte meer voor een tentoonstelling zoals In Cirkels en heeft het museum afspraken met de gastcuratoren en kunstenaars geannuleerd. De coronacrisis en de (financiële) afspraken met de gemeente Oss over het nieuwe tentoonstellingsbeleid zijn volgens het museum debet aan de annulering. Afspraken met kunstenaars tellen blijkbaar minder zwaar voor Museum Jan Cunen dan afspraken met de gemeente. Maar zou de gemeente Oss, wanneer zij zou weten dat er nu een aantal jaren geleden afgesproken tentoonstelling nu simpelweg geannuleerd wordt, geen plek hebben willen maken voorafgaand aan of in de nieuwe programmering? Heeft het museum eigenlijk wel echt zijn best gedaan om In Cirkels toch op één of andere wijze doorgang te laten vinden? Is er hierover overleg geweest met de gemeente Oss? Is er in overleg met de gastcuratoren gekeken naar alternatieve locaties gekeken? Kon de directie van Jan Cunen hun netwerk niet aanwenden om de tentoonstelling elders onder te brengen?
De gastcuratoren gaan op zoek naar een een andere locatie voor deze expositie. Hopelijk wordt hij, waarschijnlijk onder een andere naam, alsnog elders gerealiseerd. In het nieuwe beleid van Museum Jan Cunen heb ik een hard hoofd. Hoe lang zijn tentoonstellingen die de geschiedenis van Oss als uitgangspunt hebben interessant en trekken ze publiek? Ik verwacht en hoop dat het museum over een paar jaar op haar schreden terugkeert en weer eigentijdse kunst gaat programmeren.