zondag 7 juli 2019







I


Op en neer - 2017/2019

Op en neer (zie film is een eindeloos bewegend beeld waarbij het bovenlichaam en onderlichaam van een danser van elkaar gescheiden zijn. Het bovenlichaam is in eerste instantie onzichtbaar,  maar komt na verloop van tijd uit een lichtgevende lamp-achtige vorm. Het bovenlichaam daalt af naar het onderlichaam en probeert de precieze aansluiting op het onderlichaam te vinden. Maar dat is moeilijk. Na 30 seconde in een bepaalde houding in stilstand op het onderlichaam te hebben gerust, wordt het weer omhoog getrokken naar de lichtbron. Daar verdwijnt hij weer in, het wordt weer stil. Na een minuut begint de afdaling weer opnieuw, wederom voor een nieuwe poging, die weer in een andere houding eindigt. Enzovoort. 



David en Goliath

Werk in ontwikkeling - atelier 2019





Op 26 februari van dit jaar schreef ik in mijn blog  het volgende : 

Hoe komt het dat er in Nederland, in tegenstelling tot in de ons omringende landen, zoveel  afgewogen formele kunst wordt gemaakt? Veel Nederlandse kunst gaat over de beeldende middelen zelf: vorm, kleur, compositie, maat, verhoudingen, materiaalgebruik, textuur, handschrift, ruimte. Abstractie, reflectie op de kunsttraditie, architectonische vormen of dagelijkse gebruiksvoorwerpen, vertolken dikwijls de  hoofdrol. Kunst die op andere kunst reflecteert, kunst die je, 'anders naar de dingen laat kijken'? Waarom is er, en natuurlijk chargeer en veralgemeniseer ik nu, weinig plaats  voor verhaal, zielenroerselen, (grote) emoties, politiek, milieu of religie? 

Komt het door onze calvinistische volksaard? 'De Nederlander' houdt niet van franje en aanstellerij, en probeert tot  de essentie te komen. Mondriaan is een prachtig voorbeeld. Hij puurt zijn beelden zo ver uit dat uiteindelijk de abstracte kern overblijft. Maar aan zijn abstracte beeldtaal ligt zijn theosofische geloofsovertuiging ten grondslag. Zonder die overtuiging was Mondriaan niet tot zijn abstractie gekomen. Latere generaties gaan niet meer uit van de theosofie of een andere levensbeschouwing, maar borduren wel door op de abstracte vormentaal. 

In dit kader is het veelzeggend dat het surrealisme nauwelijks invloed heeft gehad in Nederland. De droom is het gebied van het irrationele, de schaduw, de driften, de verbeelding, alles wat overdag onderdrukt is. Aspecten waarmee je de Nederlandse moderne kunst niet mee associeert. Een jungiaans psychotherapeut die ik recent hierover sprak beweerde dat deze nadruk op de beeldende middelen een mannelijk benadering is. Kunstenaars die zo werken sluiten zich  in hun werk af voor het aardse, lichamelijke leven, voor hun vrouwelijkheid en schaduwkanten  Het leidt tot steriele , vaak kunst, kunst die niet schuurt, kunst zonder lijden, dood en verval. 

wordt vervolgd.

Sindsdien heb ik het verhaal niet meer vervolgd. Al teruglezend wil ik het volgende er nog aan toevoegen.  Je zou bovengenoemde tweedeling voor de helderheid ook een naam kunnen geven. De eerste groep kunstenaars die ik noemde en die vnl. werken met en reflecteren op het gebruik van de beeldende middelen en het kijken zou ik de 'dagkunstenaars' willen noemen. De andere groep, noem ik de 'nachtkunstenaars'. De nachtkunstenaars wroeten in hun werk in de menselijke geest en lichaam, in de wereld van symbolen, religie, verhalen, dromen, erotiek, het onbewuste, de agressie, het dierlijke, in alles wat schuurt. Nachtkunstenaars zoeken nadrukkelijk betekenis, al kunnen ze het zelf niet altijd duiden. Dag- en nachtkunstenaars begrijpen elkaar niet goed. Voor de dagkunstenaar is de nachtkunstenaar te veel met betekenis en symboliek bezig, terwijl voor veel nachtkunstenaar het werk van hun collega's van de dag te veel  over buitenkant en esthetiek gaat. Het zal de beschouwer van mijn blog duidelijk zijn dat ik behoor bij de nachtkunstenaars.

Een typisch voorbeeld van een museum waarin vnl. dagkunst te zien is, is  Arnhemse collectie Groen Dit is het particuliere museum van het echtpaar Marjolein de Groen en Peter Jordaan, waarin werk van veel Arnhemse kunstenaars te zien is. Dit laatste is geen toeval want  de Arnhemse academie heeft decennialang veel dagkunstenaars afgeleverd. De laatste 10 jaar heb ik nog maar sporadisch eindexamens in Arnhem gezien, dus op datgene wat er nu gebeurt heb ik geen zicht meer.

wordt vervolgd